Dakterras IC/MC Rijnstate Arnhem
Auteur(s):
Michiel Blans, Peter Petersen
Afdeling Intensive en Medium Care, Rijnstate, Arnhem
Correspondentie:
M. Blans - mblans@rijnstate.nl
Dakterras IC/MC Rijnstate Arnhem
‘The air nimbly and sweetly recommends itself unto our gentle senses’
William Shakespeare, Macbeth
In de loop van 2015 startten we in Rijnstate met de voorbereidingen voor de vernieuwbouw van onze verouderde IC/MC-afdeling. Tijdens de sessies in de voorbereiding ontstond het idee om naast een moderne state-of-the-art IC/MC ook een buitenruimte te gaan ontwerpen. De behoefte van IC-patiënten om naar buiten te kunnen bestaat al heel lang, echter de mogelijkheid om dat op een goede manier te doen hadden wij in ons ziekenhuis niet. Los van het gesjouw met alle apparatuur voldeed de plek om naar buiten te gaan (naast de hoofdingang) niet. Gebrek aan privacy en soms afkeurende opmerkingen van langslopende ziekenhuisbezoekers of patiënten werden als een hoge drempel ervaren. We zagen wel dat patiënten van het contact met buitenlucht konden opfleuren. Dat laatste wordt bevestigd vanuit de literatuur, maar goede studies ontbreken.[1] Een ander recent artikel liet zien dat een buitenfaciliteit voor veel patiënten wel als een goed idee wordt gezien, maar dat realisatie zelden lukt.[2] Wij hadden de stellige overtuiging dat het mogelijk moest zijn om een IC-buitenfaciliteit te realiseren en met hulp van velen is het uiteindelijk gelukt.
We ontwierpen een IC-dakterras naast de IC/MC-afdeling waardoor transport van patiënten relatief makkelijk is. We hebben voorzieningen voor twee patiënten met begeleidende IC/MC-verpleegkundigen en eventueel bezoek gecreëerd (figuur 1).
Bij de opening, één jaar geleden, hebben we veel media aandacht gegenereerd, kennelijk hebben we een algemeen sentiment geraakt (buitenlucht kunnen ervaren) en andersom een algemeen gevoel van gruwel als buitenlucht gedurende lange tijd niet bereikbaar is. Ook vanuit de (inter)nationale IC-community was er interesse.[3]
Inmiddels hebben we een jaar ervaring en maken we frequent gebruik van het dakterras. In een protocol hebben we criteria benoemd m.b.t. verantwoord transport en verblijf op het dakterras, zoals stabiliteit van de patiënt en voldoende personele ondersteuning. Ongeveer twee à drie keer per week gaat er een patiënt naar buiten, meestal voor de duur van 30 tot 45 minuten. Dit is mogelijk onder de meeste weersomstandigheden. Afgelopen winter bijvoorbeeld was er een patiënt die graag de kou en de sneeuw wilde ervaren (figuur 2).
We registeren in onze nagesprekken met patiënten en hun naasten de impact van het buiten kunnen zijn. Verreweg de meeste reacties zijn zeer positief, een familielid liet weten:
Na ziekenhuisopname, zware longoperatie en vijf dagen IC naar het dakterras. Voor het eerst in weken weer veilig de buitenlucht ervaren. Daar zagen we voor het eerst in dagen weer een klein glimlachje ontstaan. Er ontstond weer interactie met ons. Het even buiten kunnen zijn met ons was een van de hoogtepunten tijdens de meest heftige periode in zijn en ons leven.
Onlangs konden we gehoor geven aan de laatste wens van een patiënt door haar vooraf aan het starten van palliatieve sedatie nog twee uur in de buitenlucht te kunnen laten doorbrengen.
Of we het effect van buitenlucht ook wetenschappelijk kunnen gaan meten is de vraag. Heeft het bijvoorbeeld invloed op opnameduur, ervaren kwaliteit van zorg enz.? Als we de positieve reacties van patiënten en familie in de dagelijkse praktijk zien dan is wellicht een wetenschappelijke onderbouwing ook niet perse noodzakelijk!
Referenties
of critically ill patients, their families and caregivers: things to consider. Intensive care medicine. 2023;49(10):1229-31.
- Maiden MJ, Horton M, Power P, Knowles S, Hammond NE, George Institute for Global Health tANZICSCTG. Critically ill patients having time outdoors: prevalence and resources in Australia and New Zealand. Intensive care medicine. 2024;50(3):475-7.
- Blans MJ, Strang A. Fresh air for intensive care patients in the Netherlands: an example to be followed? Intensive care medicine. 2023;49(11):1411-2.