Van eigen bodem
Effect van langdurig gebruik van sondevoeding-toedieningssystemen op de groei van pathogene micro-organismen
Inhoud:

    Auteur(s):

    Mariska Bos1, Martin Rinket2, Camiel Wissink1, Rob Klont5, Bärbel van den Berg – de Bakker3, Tim Krol2, Mariël Klos4, Albertus Beishuizen2,4

     

    1Stafdienst Kwaliteit en Veiligheid, 2Intensive Care Centrum, 3Medische techniek, 4Voedingsteam, Medisch Spectrum Twente, Enschede

    5Medische Microbiologie, Labmicta, Hengelo

    Correspondentie:

    M. Burgmeijer - m.burgmeijer@mst.nl
    Van eigen bodem

    Effect van langdurig gebruik van sondevoeding-toedieningssystemen op de groei van pathogene micro-organismen

    Achtergrond

    Thema's als duurzaamheid en ontregelen van zorg hebben de vraag laten ontstaan of de huidige 24-uur gebruiksduur van het sondevoeding-toedieningssysteem veilig kan worden verlengd. Langer gebruik reduceert plastic afval, verpleegkundige tijd en kosten. Er is geen eenduidig bewijs beschikbaar betreffende de maximale gebruiksduur. In dit onderzoek bestuderen we de bestendigheid, afgifte-nauwkeurigheid en groei van potentieel pathogene micro-organismen in sondevoeding-toedieningssystemen bij een gebruiksperiode van maximaal zeven dagen.

    Methodologie

    Een monocenter exploratief pilotonderzoek, uitgevoerd in Medisch Spectrum Twente in Enschede. Er zijn twee onderzoeksmethoden gebruikt.

    1. Twee testopstellingen die gedurende één week en beide met één enkel sondevoeding-toedieningssysteem continu sondevoeding hebben afgegeven (20ml/uur). In beide testopstellingen werd een andere soort sondevoeding gebruikt (Nutrison Proteïne Plus Multifibre versus Nutrison Proteïne Intense). De bestendigheid, afgifte-nauwkeurigheid en groei van pathogene micro-organismen werd op vooraf bepaalde tijdstippen gemeten.
      1. Duurzaamheid werd beoordeeld door dagelijkse visuele inspectie van de toedieningsset;
      2. Afgifte-nauwkeurigheid werd gemeten door dagelijks het gewicht van de hoeveelheid enterale voeding dat door de toedieningssets werd toegediend te meten;
      3. Groei van pathogene micro-organismen werd gemeten door het kweken van 3x10ml sondevoeding verkregen uit drie verschillende locaties van de toedieningsset: 1. voedingssonde-connector, 2. medicatiepoort, 3. druppelkamer (figuur 1). Uit beide testopstellingen zijn monsters genomen na 24, 48, 72, 96 en 168 uur.
    2. Om een indruk te verkrijgen van de groei van pathogene micro-organismen onder de huidige richtlijnen, die vereisen dat het systeem elke 24 uur wordt vervangen, zijn microbiologische monsters afgenomen van sondevoeding-toedieningssystemen die gedurende 24 uur waren gekoppeld aan tien patiënten op het Intensive Care Centrum. Microbiologische monsters waren 3x10ml sondevoeding per patiënt verkregen uit 1. voedingssonde-connector, 2. medicatiepoort, 3. druppelkamer (figuur 1).

    Figuur 1 Sondevoeding-toedieningssysteem met de drie afnamepunten voor microbiologische monsters

    Resultaten

    In beide testopstellingen werden geen visuele veranderingen waargenomen na zeven dagen continu gebruik. De afgifte-nauwkeurigheid liet een stabiele levering zien volgens de ingestelde waarde. In de dertig microbiologische monsters die uit beide testopstellingen zijn verzameld, is geen groei van potentieel pathogene micro-organismen waargenomen. In de dertig microbiologische monsters die bij tien patiënten werden afgenomen, lieten twee monsters van één patiënt pathogene microbiologische groei zien: het monster verkregen via de voedingssonde-connector toonde groei van Enterococcus faecium (>300 KVE/ml) en Serratia liquefaciens (45 KVE/ml). Het monster verkregen via de medicatiepoort toonde groei van Enterococcus faecium (150 KVE/ml) en Candida albicans (2 KVE/ml).

    Conclusie

    In deze pilotstudie is de bestendigheid, afgifte-nauwkeurigheid en groei van potentieel pathogene micro-organismen in sondevoeding-toedieningssets met twee verschillende sondevoedingen onderzocht. We hebben vastgesteld dat de duurzaamheid en nauwkeurigheid van de sondevoeding-toedieningssets bij gebruik gedurende zeven dagen niet wordt beïnvloed. De twee testopstellingen die gedurende een periode van zeven dagen werden gebruikt, vertoonden geen groei van potentieel pathogene micro-organismen. In de dertig microbiologische monsters die bij tien patiënten werden afgenomen, lieten twee monsters van één patiënt pathogene microbiologische groei zien. Dit berust waarschijnlijk op contaminatie, hetgeen het belang van aseptisch werken met voedingssondes onderstreept. Op basis van deze pilotstudie zijn er aanwijzingen dat langdurig gebruik (een week) van enterale sondevoedingssets haalbaar en potentieel veilig kan zijn. Aanvullend onderzoek met grotere patiëntaantallen is nodig om onze voorlopige resultaten te bevestigen.

     

    De auteurs verklaren dat er geen sprake is van een belangenconflict. Er is geen financiering of financiële steun ontvangen.

    Bos M, Rinket M, Wissink C et al, A single center exploratory pilot study to investigate durability, delivery accuracy and growth of pathogenic micro-organisms in enteral tube feeding sets for a period of use

    up to one week, ESPEN 2024;63:1283

     

    DOI: 10.1016/J.CLNESP.2024.07.954