Hoe druk je de IC uit in muziek
Hoe druk je de IC uit in muziek
Dino Gacevic is ANIOS IC, columnist en romanschrijver. Hij heeft een enorme liefde voor muziek.
Bing, bing, bing; een enkel telemetriealarm luidt kalm en ritmisch. Met elke vierkwartsmaat voegt zich daar een alarm bij, zodat de onrust aanzwelt. Dan dooft de hectiek uit, en beginnen de alarmen een vreemd lyrisch dialoog onderling. De Yankauer weerklinkt zijn bronchiaal toilet; daartoe voegen de alarmen zich, nu nog sneller elkaar opvolgend, accelerando zelfs – stoppen dan. Bing, bing, bing; een enkel telemetriealarm luidt kalm en ritmisch.
Richard Atkinson was als coassistent op de IC onder de indruk van het ‘landschap van piepende machines’, waarbij hij zich voorstelde dat hij een ‘regenwoud gevuld met exotische vogels’ inging. In zijn symfonie The Hospital: A Symphony of Sounds probeerde hij zowel de kalmte als de hectiek van de IC uit te drukken.
Eerlijk gezegd klinkt de symfonie door de diatonisch-klassieke muziekstijl en de machinale alarmsound vooral, tja, saai. Maar dat is dus juist charmant. Atkinson drukte zich op zijn eigen manier en daarmee het ware coassistentschap uit: ontdekkend, onbevangen, onhandig. Ook ik heb teksten geschreven vanuit een puberaal gevoel voor weltschmerz, en kijk met weemoed terug naar mijn bezieling toentertijd.
Sinds begin november werk ik zelf op de IC. Ik ontwaar al tijden geen exotische vogels meer in de alarmen, maar ook ik ben er continu onder de indruk. De lichamelijke bewerkbaarheid, de titreerbaarheid van de vitale functies, de dood. Het werkt allemaal thuis verder op mij in. Het deed me denken: hoe zou ik zelf de omgeving van de IC uitdrukken in muziek?
Ken je dat viscerale gevoel, dat je bevangt in een spannende situatie? Dat zou ik willen uitdrukken. Dat vergt een onmiddellijkheid die je niet terugvindt in de diatonische klassieke muziek, echter. Daarom zou ik iets schrijven in de trant van Penderecki’s Threnody to the victims of Hiroshima. Op het podium, constellaties aan snaarinstrumenten: de violen gillen en knarsen in extreem dissonante clusters, een collectief gehoon; de uit elkaar dijende contrabassen loeien als luchtalarmen. Het stuk neemt je mee te midden van het bombardement van Hiroshima tijdens de Tweede Wereldoorlog, of juister nog, net aan de periferie.
Stel je voor: een microfoon, te midden van een lastige intubatie. Het voortschrijdend ontwrichtende contrapunt van de heen-en-weer roepende zorgverleners, de in paniek opzwellende harmonie; alles op het ritme van de patiënt zijn hartslag, die middels de machines weerklinkt in de hoogte van zijn saturatie, beschrijvend een parabool. Bing, bing, bing…
Spannend, niet? Maar is dit nog wel muziek? Precies daar zit de crux: mijn coming-of-age is het besef dat de sublimatie van mijn werk, het werk zelf is. Dat wat ik meemaak, wil ik het liefst an sich uitdrukken, en dat hoeft niet per sé met muziek. Dat is de charme van de IC.
In andere woorden, ik zit voorlopig wel op mijn plek.