Neuropsychiatrische uitkomsten na COVID-19: resultaten van een bevolkingsonderzoek
Auteur(s):
Irene van Diem-Zaal
Afdeling Intensive Care, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Rotterdam
Correspondentie:
Irene van Diem-Zaal vandiem-zaal@franciscus.nl
Neuropsychiatrische uitkomsten na COVID-19: resultaten van een bevolkingsonderzoek
Achtergrond
Een aanzienlijk deel van de patiënten die COVID-19 doormaakten houdt langdurige klachten.[1] Maar om hoeveel mensen gaat dit eigenlijk en waaruit bestaan die klachten? Een groot retrospectief bevolkingsonderzoek van Taquet et al., gepubliceerd in de Lancet Psychiatry in 2021, geeft ons meer inzicht in de omvang van dit probleem.[2]
Design
In dit cohortonderzoek werd gebruik gemaakt van een grote, internationale, dataset, de TriNetX Electronic Health Records Network. Deze bevat gecontroleerde data uit onder andere de Verenigde Staten (VS) (>93%), India, Australië en Bulgarije van meer dan 81 miljoen patiënten met onder andere demografische data en ICD10 codes. Patiënten ouder dan tien jaar, met COVID-19 (inclusie vanaf 20-01-2020 tot 13-12-2020), werden vergeleken met patiënten met influenza en patiënten met lage luchtweginfectie (inclusief influenza) in een propensity matched analyse (1:1, op 55 variabelen). Als primaire uitkomst werd gekeken naar het optreden van veertien neuropsychiatrische aandoeningen binnen zes maanden na de infectie: ischemisch cerebrovasculair accident (CVA), Parkinson/parkinsonisme, Guillian Barré Syndroom, spierziekte of ziekte van spierzenuwovergang, encephalitis, dementie, psychotische-/stemmings-/angststoornissen, middelenmisbruik, insomnia, zenuw- of zenuwwortel- of plexusaandoening en intracraniële bloeding. In een secundaire analyse werd effectmodificatie door ernst van ziekte en aanwezigheid van encephalopathie (delirium) onderzocht.
Resultaten
Totaal werden 236.379 patiënten met COVID-19 geïncludeerd. Het beloop van COVID-19 was ernstiger bij comorbiditeit met obesitas en diabetes mellitus en hoe ouder de patiënt hoe groter de kans op delirium en Intensive Care (IC)-opname. Van de COVID-19 patiënten ontwikkelden 33% een neuropsychiatrische aandoening tijdens follow-up. De kans op een neuropsychiatrische diagnose was hoger bij opname op de IC (46%) en bij patiënten na een delirium (62%). De meest voorkomende psychiatrische diagnoses waren angststoornissen (17%), stemmingsstoornissen (14%), middelenmisbruik (7%) en insomnia (5%). Het voorkomen van neurologische aandoeningen was minder frequent: 0,6% intracraniële bloeding, 0,7% dementie en 3,1% ischemisch CVA. Bij de voormalig IC-patiënten of patiënten na een delirium kwamen deze neurologische aandoeningen vaker voor met respectievelijk 2,7% en 3,6% (intracraniële bloeding), 1,7% en 4,0% (dementie) en 6,9% en 9,4% (ischemisch CVA). In vergelijking met patiënten na influenza was het risico op een neuropsychiatrische aandoening bij COVID 19 44% hoger. In vergelijking met patiënten met non-COVID-19 lage luchtweginfectie betrof dit 16%.
Conclusie
COVID-19 is geassocieerd met neuropsychiatrische sequelae in de zes maanden na diagnose. Bij patiënten die tijdens opname delirium of een ernstiger beloop van COVID-19 hadden was het risico groter.
Duiding
Op de werkvloer en in wetenschappelijk onderzoek treedt er een verschuiving op om in plaats van te streven naar enkel de overleving van de intensive carepatiënten te streven naar de best mogelijke kwaliteit van overleven. Dit bevolkingsonderzoek toont aan dat neuropsychiatrische aandoeningen veel voorkomen na COVID-19 infectie en bevestigt de relatie tussen COVID-19 en langetermijnuitkomsten gevonden in Nederlandse IC-specifieke cohortonderzoeken.[3,4,5] Het unieke aan de studie van Taquet et al. is dat het een groot prospectief bevolkingsonderzoek is. Hierdoor is het mogelijk om het voorkomen van neuropsychiatrische aandoeningen in het IC-cohort te vergelijken met het algemeen voorkomen, alsmede het voorkomen bij COVID-19 patiënten met patiënten met andere diagnoses in deze periode (influenza, non-COVID-19 lage luchtweginfectie, longembolie, niersteenlijden, weke delen infectie of een fractuur van grote pijpbeenderen). Dit is een belangrijke toevoeging op IC-specifieke cohortstudies omdat het een vergelijking mogelijk maakt met het natuurlijk beloop; in hoeverre staat deze stressvolle periode bij iedereen, ongeacht de COVID-19 infectie, in relatie tot neuropsychiatrische aandoeningen. In dit onderzoek bleven deze associaties overeind.
Doordat de patiëntaantallen in bevolkingsonderzoeken doorgaans groter zijn, in deze studie in totaal meer dan 500.000 patiënten, is er geen gebrek aan power voor het toetsen van hypotheses, het trekken van conclusies of het onderzoeken van relatief zeldzame uitkomsten. En hoewel de gevonden individuele risico’s veelal klein zijn, is de maatschappelijke impact waarschijnlijk groot door de schaal van de pandemie in combinatie met het chronische karakter van de gestelde diagnoses. Dat er geen relatie gevonden werd met Parkinson zou verklaard kunnen worden door de relatief korte follow-up van zes maanden, waarbij deze ziekte vaak een langere aanloop kent. Omdat in de dataset ook contactmomenten van patiënten met zorgverleners zijn geregistreerd kon worden uitgesloten dat de gevonden relatie hierdoor beïnvloed werd; patiënten na COVID-19 hadden juist minder contactmomenten en dus niet meer gelegenheid voor diagnostiek.
Of deze studie ook bewijzend is voor causaliteit? Volgens de criteria van Bradford Hill moet er om van een causaal verband te spreken allereerst een sterke associatie zijn.[6] Deze wordt in deze studie gevonden. Ten tweede moet het resultaat consistent zijn met resultaten uit eerdere onderzoeken. Ook in Nederland is de associatie tussen COVID-19 en lange termijn neurologische uitkomsten beschreven.[4] Ten derde moet de oorzakelijke factor voorafgaand hebben plaatsgevonden aan de uitkomst. Hier is het natuurlijk beloop extra belangrijk. Deze studie voegt hier duidelijk aan toe dat, in vergelijking met controle groepen, het doormaken van COVID-19 een verhoogd risico geeft. Ten vierde moet er een biologische gradiënt zijn. Ook hierin is dit onderzoek bevestigend. Hoe ernstiger het beloop van COVID-19 hoe groter de kans op de genoemde gevolgen. Ten vijfde dient de relatie plausibel te zijn. Het samengaan van COVID-19 met processen van virale invasie van het centraal zenuwstelsel, neuroinflammatie en hypercoagubiliteit zouden een rol kunnen spelen in ontwikkeling van neuropsychiatrische en neurodegeneratieve aandoeningen op langere termijn.[7,8] Aan de laatste voorwaarde, dat de relatie is aangetoond in experimenteel onderzoek, is nog niet voldaan. Echter, met vijf van de zes criteria kan men, mede ook door dit bevolkingsonderzoek stellen dat het doormaken van COVID-19 ten tijde van de eerste en tweede golf, een verhoogd risico heeft gegeven op het ontstaan van neuropsychiatrische aandoeningen.
De auteur verklaart dat er geen sprake is van een belangenconflict. Er is geen financiering of financiële steun ontvangen.
Referentie van het besproken stuk
Taquet M, Geddes JR, Husain M, Luciano S, Harrison PJ. 6-month neurological and psychiatric outcomes in 236 379 survivors of COVID-19: a retrospective cohort study using electronic health records. The Lancet Psychiatry. 2021;8(5):416-27.
Referenties
- Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). NHG Standaard Langdurig klachten na COVID-19 (M112). Versie 1.0. Maart 2022.
- Taquet M, Geddes JR, Husain M, Luciano S, Harrison PJ. 6-month neurological and psychiatric outcomes in 236 379 survivors of COVID-19: a retrospective cohort study using electronic health records. The Lancet Psychiatry. 2021;8(5):416-27.
- Vlake JH, van Bommel J, Hellmons ME, Wils EJ et al. Psychological Distress and Quality of Life after ICU Treatment for Coronavirus Disease 2019: A Multicenter, Observational Cohort Study. Critical Care Explorations. 2021; 3 (8):e0497.
- Heesakker H, van der Hoeven JG, Corsten S, Janssen I et al. Clinical Outcomes Among Patients With 1-Year Survival Following Intensive Care Unit Treatment for COVID-19. JAMA. 2022;327(6):559-565.
- Higgins AM, Berry LR, Lorenzi E, Srinivas M. Long-term (180 day) Outcomes in Critically Ill Patients With COVID-19 in the REMAP-CAP Randomized Clinical Trial. JAMA. 2023; 329 (1);39-51.
- Hill AB. 50 years ago in JRSM. The environment and disease: association or causation? Journal of the Royal Society of Medicine. 2015; 108(1):32-37.
- Müller L, Di Benedetto S. Aged Brain and Neuroimmune Responses to COVID-19: post-acute sequelae and modulatory effects of behavorial and nutritional interventions. Immunity & Aging. 2023;20:17.
- Silva J, Patricio F, Patricio-Martínez A, Santos-López G et al. Neuropathological Aspects of SARS-CoV-2 Infection: Significance for Both Alzheimer’s and Parkinson’s Disease. Frontiers Neuroscience. 2022;16:867825.